REGIO – Wouter Kolff is nu ruim honderd dagen commissaris van de Koning in Zuid-Holland en beëdigde Carola Schouten als burgemeester van Rotterdam. Velen zagen in hem juist de opvolger van Ahmed Aboutaleb, maar Kolff wilde naar de provincie, zegt hij in dit eindejaarsgesprek.
‘Het was een hectisch jaar waarin ik een nieuwe baan kreeg, waarin ik een derde kind kreeg en we naar Den Haag verhuisden’, zegt Wouter Kolff (VVD). ‘Diezelfde week begon ik met mijn nieuwe baan. Alle life changing events kwamen tegelijk’.
De 48-jarige Kolff is sinds 4 september commissaris van de Koning in Zuid-Holland. Hij verliet Dordrecht, waar hij nog net geen jaar bezig was aan zijn tweede termijn als burgemeester.
In mei kwam het bericht dat Kolff de overstap naar de provincie maakt. De zoektocht naar de nieuwe burgemeester van Rotterdam is dan nog in volle gang. De ambitieuze Kolff werd getipt als kansrijke opvolger van Ahmed Aboutaleb; de nieuwe baan van Kolff kwam daarom voor velen als een verrassing. ‘Mooi hè?’, lacht hij.
‘Meer ga ik er echt niet over zeggen’
‘Ik denk altijd heel goed over de dingen na en ben heel blij met de keuze die ik heb gemaakt en de uitkomst daarvan. Meer ga ik er echt niet over zeggen’, antwoordt hij op de vraag of hij niet op zijn minst heeft overwogen om te solliciteren in Rotterdam. ‘Ik ben heel blij met de burgemeester die er nu zit, een hele mooie keuze van de stad’.
Hij heeft echt wel wat met Zuid-Holland, zegt hij. Geboren in Rotterdam, opgegroeid in de Hoeksche Waard en in Rotterdam op de middelbare school gezeten.
‘Ik fietste elke dag door de Maastunnel en langs de Euromast naar het Rotterdams Lyceum aan de Pieter de Hoochstraat. Daarna studeren in Utrecht, burgemeester in Veenendaal geweest, maar daarna weer zeven jaar Dordrecht’.
Het commissaris schap van de Koning is volgens hem een logische vervolgstap na twaalf jaar burgemeester te zijn geweest. ‘Een mooie rol met een mooie balans tussen inhoud en representativiteit, waarmee je impact kunt hebben’.
Waarom stond u open voor een overstap?
‘Ik ben in 2017 met heel veel plezier begonnen in Dordrecht. Ik heb daar best even moeten wennen aan hoe mensen met elkaar omgingen, de dingen die moesten gebeuren, hoe de werkwijze was.
Na twee jaar dacht ik: ik heb m’n draai wel gevonden. Ik had het naar m’n zin; we woonden prettig. Ik had er een positie verworven; was ook nog eens voorzitter geworden van het Veiligheidsberaad. Er was helemaal geen reden om weg te gaan’.
Maar?
‘Ik heb altijd een klein laatje in mijn achterhoofd gehad met maar een paar dingen erin, waaronder het commissaris schap van Zuid-Holland. Als dat voorbij komt, dan wil ik daar heel serieus over nadenken. En het kwam nú voorbij; het had ook drie, vier of vijf jaar later kunnen gebeuren’.
U was nog maar net begonnen aan uw tweede termijn.
‘Ik kijk er zo naar: ik ben zeven jaar burgemeester van Dordrecht geweest Dat is een hele tijd, met ook nog de coronajaren en de opvang van vluchtelingen daarin. Het waren tropenjaren en dan vind ik zeven jaar een hele mooie periode om daarna weer wat anders te gaan doen’.
Maar een jaar eerder zegt u bij wijze van spreken nog met volle verstand: ‘Ik ga er nog eens zes jaar voor’.
‘Ik kan dit nu wel zeggen. Ik heb tegen de gemeenteraad bij mijn herbenoeming gezegd: ik ga met veel plezier door, maar ik sluit zeker niet uit dat ik mijn tweede termijn niet afmaak. Ik had me voorgenomen de eerste termijn vol te maken en de herbenoeming te doen.
Het zijn er zeven geworden – en nogmaals het hadden er ook acht of negen kunnen zijn – en dat is een mooie periode om weer eens wat nieuws te gaan doen. En dat is ook wel gezond, denk ik’.
Wat mist u aan het burgemeesterschap?
‘Als burgemeester sta je makkelijker tussen de inwoners dan als commissaris. Ik moet meer moeite doen om met inwoners in contact te zijn. Ik ben dat wel van plan, maar ik wil er wel voor waken dat ik burgemeesters niet voor de voeten loop.
En ik mis ook alles wat met veiligheid te maken heeft. Als burgemeester vond ik dat leuk en belangrijk. 24 uur per dag ben je daarmee bezig. Ieder moment van de dag kan er iets gebeuren en moet je scherp en paraat zijn’.
Burgemeesters
Kolff is naar eigen zeggen de helft van zijn tijd kwijt aan een andere Rijkstaak: burgemeesters. Als commissaris is hij onder meer verantwoordelijk voor een goed verloop van de sollicitatieprocedure bij een benoeming. Hij maakt de eerste selectie uit de kandidaten. Hij is ook steun en toeverlaat van zittende burgemeesters.
Opvallend: u houdt zich bezig met uw eigen opvolging in Dordrecht.
‘Dat is natuurlijk extra bijzonder, dat snap ik. Ik kan me voorstellen dat een kandidaat die tegenover mij zit, denkt: ‘Ik moet wel extra goed ingelezen zijn want deze kerel weet veel over Dordrecht’. Tegelijkertijd hecht ik eraan mijn rol zo in te vullen zoals ik dat bij elke procedure doe: zuiver en netjes. Maar ik ben benieuwd wie er straks uitrolt, waar de gemeenteraad voor gaat’.
En al in uw tweede maand heeft u Carola Schouten beëdigd. Hoe was dat?
‘Iedereen kijkt mee, maar ik was niet extra nerveus. Het gaat over Rotterdam, een stad waar ik zelf ook veel mee heb. We stonden voor de deur om de raadszaal te betreden, en het was voor ons allebei een spannend moment, maar het gaat natuurlijk om haar.
Ze zei: ‘Loop maar naar binnen’, maar ik zei: ‘Nee, jij gaat voor. Jij bent hier straks de burgemeester’.
Chemours
Een voortslepend hoofdpijndossier waarmee Kolff als burgemeester mee te maken krijgt – en nu ook als commissaris van de Koning – is dat van Chemours en voorganger (en moederbedrijf) DuPont. Het chemische bedrijf stoot al jarenlang het giftige en mogelijk kankerverwekkende PFAS uit.
Samen met buurgemeenten Sliedrecht, Papendrecht en Molenlanden spande Dordrecht een rechtszaak aan. Chemours wordt verantwoordelijk gehouden voor de schade en de gevolgen van hun uitstoot. De rechter geeft de gemeenten vorig jaar in een tussenvonnis gelijk.
De provincie Zuid-Holland verleent milieuvergunningen en controleert de naleving ervan. En beboet zo nodig. Helpt het Dordrecht dat juist u commissaris van de Koning bent?
‘Ik kijk er als commissaris op exact dezelfde manier naar als burgemeester, maar ik heb er natuurlijk wel een gevoel bij meegekregen vanuit de inwoners van Dordrecht en omgeving. Dat gevoel ben ik niet kwijt. Dat bedrijf is verantwoordelijk voor zijn eigen geschiedenis. Het gaat om een commercieel bedrijf. Als jij dan schade veroorzaakt, heb je dat gewoon te vergoeden.
Ik vind – en daar sta ik nog steeds achter – dat de PFAS-uitstoot terug moet naar nul. Er zou een Europees verbod op moeten komen’.
De verantwoordelijk staatssecretaris wil een Europees verbod, geen Nederlands verbod.
‘Ik ben het met hem eens dat alleen een Nederlands verbod niet zoveel zin heeft, maar je moet wel ergens beginnen. Het is wel vaker gebeurd dat een Nederlands verbod uitmondt in een Europees verbod. Het is niet meer van deze tijd dat we allerlei maatregelen nemen om de natuur schoon te houden, maar dat we wel toestaan dat allerlei chemische troep wordt gedumpt onder een vergunning’.
Omwonenden vragen zich af waarom de uitstoot van PFAS niet onmiddellijk verboden kan worden. Wat geeft u hen als antwoord?
‘Er zitten allerlei kanten aan deze kwestie. Een daarvan is dat dit bedrijf producten maakt die wij allemaal gebruiken. Niet alleen luxegoederen, maar ook medicatie.
Een andere kant is dat het bedrijf ten opzichte van vroeger enorm veel stappen heeft gezet in het terugbrengen van hun uitstoot. Het is nog niet genoeg, het is nog geen nul, maar het was vele malen erger.
Ik heb er eerder voor gepleit: eigenlijk zou je zoiets niet via een vergunningstelsel moeten regelen. Als producent moet je aantonen dat jouw productieproces niet schadelijk is. Anders krijg je geen vergunning. Die bedrijven hebben de kennis in huis om hun producten te toetsen’.
Kunt u Chemours een uitstootvergunning weigeren?
‘Dan krijgen we een rechter op ons dak. We leven in een rechtsstaat, en daar zitten ook waarborgen in voor bedrijven. Ik heb me ervan laten overtuigen: als provincie doen we er alles aan om dit in goede banen te leiden. Makkelijke oplossingen voor een moeilijk probleem zijn er meestal niet’.
Spreidingswet
Als commissaris van de Koning heeft Kolff ook een aantal Rijkstaken. Zo heeft hij voor de Spreidingswet het aantal beschikbare opvangplekken geïnventariseerd voor asielzoekers.
Opgeteld leveren de vijftig Zuid-Hollandse gemeenten er ruim 15 duizend, 5 duizend minder dan van de Spreidingswet moet. Zuid-Holland en de andere provincies met een tekortschietend aanbod krijgen tot 1 juni de tijd om de rest te vinden.
‘We zijn een aardig eind op weg. Ik zou als minister zeggen: ‘Bedankt Zuid-Holland voor dit prachtige cadeau; ik omarm het’. Het is uiteindelijk aan haar wat er gebeurt met het gat dat nog resteert, maar ik zou zeggen: laten we ervoor zorgen dat we deze niet kwijtraken. En dat gemeenteraden, colleges en ook inwoners de urgentie blijven voelen om dit met elkaar te doen’.
Dit artikel is geschreven door Herman Vriend en verscheen eerder bij onze mediapartner RTV Rijnmond.