ROTTERDAM – Soms zijn daders ook een beetje slachtoffer. Mitch (29) is als tiener al verslaafd. Hij wil niets liever dan stoppen, maar dat lukt hem niet. Hij barst in tranen uit als de rechter hem vraagt naar zijn persoonlijke omstandigheden.
“Wilt u die afdoen”, vraagt de bode aan Mitch* als hij door de grote witte deuren de rechtszaal binnengaat. Met zijn zwarte wollen mutsje en zijn gedrongen lichaamsbouw ziet de Rotterdammer er best een beetje uit als een harde jongen. Getatoeëerde lijnen op zijn hand versterken dat beeld. Maar de binnenkant van Mitch blijkt al snel anders dan de buitenkant.
“Klopt, ik gebruik drugs”, zegt Mitch tegen de rechter. Hij knikt er bedeesd bij. Op 3 september van dit jaar lag hij te slapen in zijn auto toen een buurtbewoner hem aanwees als drugsdealer. De politie fouilleerde Mitch en vond vijf gram cocaïne en een halve gram heroïne. Een relatief bescheiden hoeveelheid, die normaal gesproken eerder past bij een regelmatige gebruiker dan bij een serieuze dealer.
Mitch praat zacht, moet af en toe nadenken over zijn antwoorden, maar is open over zijn situatie. “Ik gebruik niet zo heel veel. Voor één of twee tientjes per dag. Bruin voor het slapen, verder wit. Ik heb een bijstandsuitkering, daar betaal ik het van.” Met bruin en wit bedoelt Mitch heroïne en cocaïne.
“Ik gebruik al sinds ik jong ben. Maar de laatste tijd ziet mijn leven er niet zo mooi uit.” Daar reageert de rechter meteen op. “Maar u bent nog steeds jong!” Wat Mitch dan zegt zorgt voor een diepe stilte in de zaal. “Ik gebruik sinds ik vijftien ben.”
‘Tissues?’
Het is dus eigenlijk, met alle respect, een kleine zaak. Het bezit van een paar gram harddrugs. Volgens de rechter puur voor eigen gebruik. In de meeste gevallen sta je dan binnen twintig minuten weer buiten met een boete van een paar honderd euro op zak. Maar omdat Mitch zich kwetsbaar opstelt en vastloopt in zijn leven, wordt het geen standaard zaak. De rechter en officier van justitie laten hem vertellen.
“Wilt u uw situatie veranderd zien?”, vraagt de rechter. Weer valt er een stilte. Mitch knikt. Hij huilt. “Wat is daarvoor nodig?”, vraagt de rechter met begripvolle stem. “Een ander lichaam”, zegt Mitch nauwelijks hoorbaar. “Dit is niet wat ik wil.” Mitch heeft zichzelf inmiddels aangemeld bij een verslavingskliniek. Daar staat hij op de wachtlijst.
“U heeft onlangs uw moeder verloren”, merkt de rechter op. Mitch buigt zijn hoofd en kan alleen nog geruisloos snikken. “U gaat een moeilijke periode door”, zegt de rechter. In de Lingezaal in Dordrecht volgt een lange stilte en veel tranen. “Heeft er iemand een tissue?” De rechter kijkt vragend de zaal rond. De officier van justitie vist daarop een een heel pakje papieren zakdoekjes onder haar zwarte toga vandaan. Mitch’ advocaat stapt snel naar haar bureau om het aan te pakken voor zijn cliënt.
Fijne toekomst
“Wilt u nog iets zeggen?”, vraagt de rechter. Mitch kan weer een beetje praten. “Soms als ik thuis ben, weet ik precies wat ik wil zeggen, maar nu niet. Ik wil gewoon een goed en gezellig mens zijn.”
Dan is het nu de beurt aan de officier van justitie. “Meneer had dit niet mogen hebben, dat weet hij zelf ook. Maar wat willen we hier nu mee? Ik zie ook een heel andere kant van meneer. Het is heel fijn om te horen dat hij een eerste stap heeft gezet. De emotie is echt. Ik hoop dat meneer een traject volgt. Ik wens hem een heel fijne toekomst toe. En dat hij hier nooit meer komt.”
De officier eist dertig uur onvoorwaardelijke taakstraf en nog eens dezelfde hoeveelheid extra als Mitch in de toekomst weer wordt gepakt met drugs. Mitch zelf wil liever een taakstraf dan een boete, bij de meeste verdachten is dat anders. Mitch’ advocaat wil vooral dat er snel behandeling komt. “Sinds het overlijden van zijn moeder is de drugsproblematiek veel groter geworden.”
Het vonnis
“Ik vind het te prijzen dat u naar een kliniek bent gegaan”, zegt de rechter. “Ik ken u nog maar kort, maar ik zie dat u graag wilt.” Mitch krijgt dertig uur voorwaardelijke taakstraf. “Dit is een wake-up call. U moet echt iets gaan doen. Anders krijgt u de taakstraf alsnog om uw oren.” Mitch en zijn advocaat hebben aan één blik genoeg. Ze gaan niet in hoger beroep en bedanken de rechter voor ze samen de rechtszaal uitlopen.
*De naam van Mitch is om privacyredenen gefingeerd. De redactie van Rijnmond kent zijn ware identiteit.
Ieder weekend beschrijft verslaggever Maurice Laparlière van onze mediapartner Rijnmond een bijzondere rechtszaak in onze regio. Vandaag het verhaal van een Rotterdammer die wordt gearresteerd met een kleine hoeveelheid harddrugs op zak.