DORDRECHT – Voor Dordtenaar Ali B.(43) is deze zomer de maat vol. De geboren Iraniër heeft amper geld op zijn bankrekening en is zó boos over zijn stopgezette uitkering, dat hij verhaal gaat halen bij de sociale dienst. ‘I want my money!’, roept hij naar medewerkers, zwaaiend met een stanleymes.
‘Het probleem was dat ik zonder geld zat. Ik ben een asielzoeker en had helemaal geen geld, ik had maar acht euro op mijn bankrekening’, legt Ali via zijn tolk uit in de Dordtse rechtbank. ‘De sociale dienst had geld ingehouden zonder dat ik op de hoogte was. Ik kan alleen maar zeggen dat ik niet boos had mogen worden, maar ik heb niemand pijn gedaan. Ik had geen geld en leed honger’, beschrijft hij die dag in augustus.
Voor zijn bezoek aan de sociale dienst gaat Ali wanhopig langs bij het politiebureau. Zij kunnen echter niets voor hem betekenen, wordt al snel duidelijk gemaakt. Dat is de druppel die zijn emmer doet overlopen. ‘Alles kwam door de boosheid en ik weet wat er is gebeurd. Ik ben te beschaamd om het te benoemen’.
iPads, laptops en telefoons in tas
De rechter benoemt wél wat er is gebeurd. Gewapend met het stanleymes roept hij ‘I want my money! Give me my money!’. Daar blijft het niet bij: ook stopt hij nog eens twee telefoons, twee iPads én twee laptops in zijn tas, met als doel de elektronica te verkopen. ‘Ik pak die spullen en daarmee kom ik aan geld, maar ik ben geen dief’, ontkent de verdachte, die zegt dat hij dringend geld nodig had om zijn vader te bezoeken en de gestolen spullen als een soort ‘wisselgeld’ ziet.
Ali en de tas komen niet ver want agenten zijn er snel bij. Als de verdachte een paar keer gevraagd wordt om zijn mes te laten vallen, reageert hij daar niet meteen op. Uiteindelijk wordt Ali getaserd en vervolgens ingerekend. ‘Ik wil mijn excuses aanbieden, maar de politie heeft mij slecht behandeld’, zegt hij in de rechtbank daarover.
De rechter toont weinig medelijden. ‘U dacht het probleem uit te leggen samen met het mes?’, vraagt ze. Ali, die gewond raakte bij zijn aanhouding, antwoordt ontwijkend: ‘Ik heb daar niets over te zeggen’.
PTSS en traumabehandelingen
Zijn bezoek heeft op twee medewerksters een flinke impact gehad. ‘Paniekaanvallen, huilbuien, slecht kunnen slapen, hartkloppingen, een kort lontje, bang om alleen thuis te zijn, bang om u tegen te komen en angst voor harde geluiden’, somt de rechter de situatie van één van de ambtenaren op. ‘Er is een zware diagnose van PTSS vastgesteld, volgt speciale traumabehandelingen en ze werkt nu drie halve dagen. Dat is allemaal heel heftig’, bijt ze hem toe.
Ali toont een héél klein beetje begrip, maar antwoordt nuchter. ‘Ik ben een vreedzaam persoon en wil mijn excuses aanbieden aan iedereen die zich benadeeld voelt’, zegt de Dordtenaar, die een strafblad van drie pagina’s heeft.
De officier van justitie wil ‘een stevig pakket aan maatregelen’ en eist een taakstraf van 120 uur, plus een voorwaardelijke celstraf van 4 maanden. Ali’s advocaat hoopt dat de straf wat gematigd wordt. ‘Meneer is niet naar de sociale dienst gekomen met het idee om daar wat te stelen’, probeert hij de rechter duidelijk te maken. Ook vraagt de advocaat rekening te houden dat Ali is getaserd. ‘Hij heeft er last van dat er een vuurwapen is getoond’.
Vonnis
De rechter geeft hem uiteindelijk een voorwaardelijke celstraf van 3 maanden en een taakstraf van 100 uur. Verder neemt ze het advies van reclassering over: een meldplicht, ambulante behandeling, innemen van medicatie en medewerking bij schuldhulp.
De straf is alleen nog niet definitief: Ali laat aan het einde van de zaak meteen weten in hoger beroep te gaan.
Dit artikel is geschreven door Corrado Francke.