REGIO – Een vragenronde van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu onder ongeveer 4300 omwonenden van Chemours en de Westerschelde in Zeeland heeft aangetoond dat de ondervraagden meer duidelijkheid willen over de PFAS-niveaus en mogelijke schadelijke gevolgen.
Bewoners van de gebieden rondom Chemours en de Westerschelde gaven, in een schriftelijke vragenlijst die namens het RIVM werd afgenomen, aan allereerst meer duidelijkheid te willen hebben over de hoeveelheden PFAS die er in de directe leefomgeving en in het lichaam van de omwonenden zit.
Bovendien wil men weten wat de mogelijke gevolgen op termijn zijn voor de eigen gezondheid. Tot slot geven respondenten ook aan benieuwd te zijn naar de gezondheidssituatie in de regio.
Uit het veertien kantjes tellende onderzoeksrapport blijkt dat er twee aparte vragenlijsten zijn verstuurd, één per onderzocht gebied. De Chemourslijst werd door 2601 mensen ingevuld, de Westerschelde vragenlijst door 1756 omwonenden.
Vervuiling
In Dordrecht en de Drechtsteden komen de zorgen rondom PFAS vooral vanwege de aanwezigheid van chemieconcern Chemours, in het gebied rondom de Westerschelde gaat het vooral om met PFAS vervuild water. Eerdere onderzoeken van het RIVM toonden aan dat zelf gevangen zeebaars uit de Westerschelde bijvoorbeeld maar 1 tot 6 keer per jaar gegeten kan worden. Als een mens meer dan die hoeveelheid eet kunnen er vanwege de hoge concentraties vervuilende stoffen gezondheidsrisico’s ontstaan.
Rondom Chemours bleek eerder al dat zelfgeteelde etenswaren uit moestuinen binnen een straal van één kilometer om het terrein van de chemiereus een gezondheidsrisico met zich mee brengen als deze gegeten worden. Een logisch gevolg dus, dat de bewoners aangeven meer te willen weten over de hoeveelheden schadelijke PFAS-stoffen in de regio en onder de eigen leden.
Aanbevelingen
Als toevoeging aan de bewonersenquête heeft het RIVM ook een eigen onderzoek uitgevoerd. De resultaten van beide onderzoeken hebben geleid tot een aantal adviezen die worden voorgelegd aan de verantwoordelijke ministeries. Dat zijn onder meer: het meten en monitoren van PFAS-concentraties in de leefomgeving, groepsonderzoeken organiseren naar de hoeveelheid PFAS die omwonenden nu al in hun lichaam hebben en overzicht krijgen van en communiceren over de gezondheidseffecten van PFAS.
Verder adviseert het RIVM te kijken naar aandoeningen en ziektes die samenhangen met PFAS en die informatie naast gegevens van zorgcentra uit de regio’s te leggen. Zo moet er een beter beeld ontstaan over of deze ziekten ook daadwerkelijk vaker voorkomen in de risicogebieden. Specifiek voor Chemours vraagt het RIVM ook nog om een voorbereidend onderzoek dat een globaal idee moet opleveren wat het aandeel van Chemours is in de totale hoeveelheid PFAS in de Drechtsteden.
Het RIVM nam de enquête in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat af, samen met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt later bepaald wat er met de resultaten en adviezen uit het onderzoek gaat gebeuren.
Dit artikel is geschreven door Trevyn van Houwelingen.